Voorkomen
Een zeldzame soort die in het zuidelijke deel van het land voorkomt, met daarbij concentraties in het zuidelijke deel van Zuid-Limburg. De soort lijkt achteruit te gaan. De soort wordt ook maar in hele lage aantallen waargenomen in Zuid-Limburg en Noord-Brabant (Huisman et al., 2006a). In 2007 nog wel een vondst uit de Achterhoek door Zwier. In België is de soort ook vrij schaars, maar komt toch lokaal voor in de meer zuidelijke provincies van het land (De Prins & Steeman, 2005a).
Herkenning
De vlinders vliegen in mei tot in juli, zelden in een partiële generatie in augustus. De vlinders kunnen overdag opgejaagd worden en komen in de nacht goed op licht.
Levenswijze 'biologie'
De rups leeft van juni tot juli, eerst levend aan de onderzijde van het blad, hierna spint de rups bladeren bijeen waarbij er kleine ronde gaten in de tak worden weggevreten. Verpopping vindt plaats tussen de bijeen gesponnen bladeren (Goater, 1986a).
Etymologie
De naam verwijst naar de voedselvoorkeur van de soort.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Vooral haagbeuk (Carpinus betulus) (Goater, 1986a) en waarschijnlijk ook hazelaar (Corylus), berk (Betula), eik (Quercus), kastanje (Castanea) (Parenti, 2000a) en andere loofbomen (Palm, 1986a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|