Voorkomen
Een algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
De algemene soort van het Ectoedemia subgenus Fomoria, waarvan in Nederland verder alleen E. weaveri voorkomt, die beperkt is tot de Veluwe. E. septembrella kan lokaal massaal voorkomen, de rupsen worden regelmatig met enkele tientallen op een enkele Hypericum plant aangetroffen. Adulten vliegen in twee of drie generaties vanaf mei tot midden augustus. Rupsen zijn vanaf juli tot en met oktober actief.
Herkenning
Door de enkele vlek aan de achterzijde van de voorvleugel een van de meer herkenbare Nepticulidae. De antennae zijn donker, de voorvleugels zijn buiten de witte vlek donkergrijs met duidelijk herkenbare schubben. Let op verwarring met E. intimella, die de vlek exact halverwege de vleugel heeft, verder een meer egaal donkere vleugel en gele antennae met een wit uiteinde, of met Trifurcula cryptella, die licht grijze voorvleugels heeft en een lange witte haarborstel op de achtervleugels.
Levenswijze 'biologie'
De blaasmijnen op Hypericum zijn makkelijk herkenbaar en vaak in grote aantallen.
Etymologie
De naam is gebaseerd op de levenswijze van de rups, zij mineert (=mineermot).
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Hertshooi (Hypericum spp.).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|