Voorkomen
De soort is zeer zeldzaam in Nederland, enkel bekend van de kalkgraslanden in Limburg en Zeeuws Vlaanderen. De adulten vliegen in twee of drie generaties die deels overlappen.
Herkenning
Adulten hebben een patroon dat tegenovergesteld is aan dat van meeste Nepticulidae. De basiskleur is licht, glanzend beige, met bij de mannetjes een donkere paarsglanzende band halverwege de vleugel, en een donkere paarsglanzende vlek aan de basis van de vleugel en aan het uiteinde. Bij de vrouwtjes is de band en vlekken paarsbruin.
Levenswijze 'biologie'
De rupsen maken een blaasmijn, wat verwarring met S. aurella uitsluit. Verwarring met Ectoedemia agrimoniae zou mogelijk zijn, alleen verpopt deze soort zich in de mijn, S. aeneofasciella niet en is Ectoedemia agrimoniae niet bekend uit Nederland.
Etymologie
De naam is gebaseerd op de levenswijze van de rups, zij mineert (=mineermot). Messing = goudkleurig. De adulten bezitten goudachtige banden over de vleugels.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Voornamelijk gewone argimonie (Agrimonia eupatoria), maar ook andere soorten agrimonie (Agrimonia spp.), potentilla (Potentilla spp.) of aardbei (Fragaria spp.)
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|