Voorkomen
Een algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
Er zijn twee soorten Stigmella die op els (Alnus) mineren: S. glutinosae en S. alnetella. Hiervan is S. glutinosae het meest algemeen en kan in heel Nederland gevonden worden. Er zijn twee generaties per jaar met een vliegperiode in juni-juli. Rupsen van de zomergeneratie zijn schaars, de herfstgeneratie is actief van september tot in november. Vaak bevinden zich meerdere mijnen op een enkel blad.
Herkenning
Adulten zijn lastig te herkennen. De grondkleur van de voorvleugels is donkerbruin met een dunne witte of geelachtige band voorbij het midden. De vleugels hebben geen metallische glans, de nekschubben zijn wit (in tegenstelling tot zwart bij S. alnetella) en de kopbeharing is okergeel. Genitalisatie is vaak nodig, of het zoeken naar de rupsen.
Levenswijze 'biologie'
De mijn op Els (Alnus) is alleen te onderscheiden van die van S. alnetella als de rups nog aanwezig is. Rupsen van S. glutinosae hebben een donkere vlek op de prothorax, S. alnetella niet.
Etymologie
De naam is gebaseerd op de levenswijze van de rups, zij mineert (=mineermot). Witkraak = adulten met een witte zone achter de kop.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Verschillende soorten Els (Alnus sp.), o.a. zwarte Els (Alnus glutinosa), witte Els (Alnus incana) en hartbladige Els (Alnus cordata).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|