Voorkomen
Stigmella freyella is zeldzaam in Nederland, alleen bekend uit de kuststreek en rond Amsterdam. Lokaal kan ze echter in grote aantallen worden aangetroffen. De soort lijkt een voorkeur te hebben voor door de mens verstoorde open gebieden met veel zon waar akkerwinde, haagwinde of zeewinde te vinden is. Er zijn twee generaties per jaar, de rupsen zijn actief in juni-juli en augustus-november.
Herkenning
Adulten zijn zeer lastig te herkennen. Bruingrijze voorvleugels met een witte band voorbij het midden. De antennen zijn wit en kort, kopbeharing donkergeel tot bruin. Genitaalonderzoek is aan te raden, of het zoeken naar mijnen.
Levenswijze 'biologie'
Stigmella freyella is de enige soort die voldiepe lange gangmijnen maakt op windes, de mijnen zijn goed te herkennen.
Etymologie
Winde = voedselplant. De naam is gebaseerd op de levenswijze van de rups, zij mineert (=mineermot).
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Haagwinde (Convolvulus sepium) en akkerwinde (Convolvulus arvensis) (Johansson, Nielsen, Nieukerken & Gustafsson, 1990a; Ellis, 2005a). Ook zeewinde (Calystegia soldanella) (Ellis, 2005a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|