Voorkomen
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
De soort is algemeen in de duin- en kustgebieden in Nederland, voorkomend langs de gehele kustlijn maar ook wijdverbreid in het binnenland in de zuidelijke helft van Nederland. Nauwelijks tot geen waarnemingen in de provincies Overijssel, Drente, Groningen en Friesland. Het is een soort van de ruige graslanden en begroeide hellingen in het binnenland en beschutte duinvalleien langs de kust.
Herkenning
Mannetjes en vrouwtjes verschillen in uiterlijk (seksuele dimorfie). Vrouwtjes zijn doorgaans lichter gekleurd, meer licht okerachtig, dan de mannetjes, die een wat meer bruinrode tot paarsachtige kleur hebben. Mannetjes hebben daarnaast een minder zwaar lijf en ook bredere vleugels (Goater, 1986a).
Levenswijze 'biologie'
De mannetjes zijn naast nachtactief ook overdag actief, vliegend tussen en net boven de vegetatie, voornamelijk in de zon. De soort vliegt van juni tot augustus in een generatie.
De larve maakt een zijden spinsel op bemoste stenen en verpopt op de steen in een cocon. De larve overwintert. De larven kunnen gevonden worden van augustus tot in juni het volgende jaar (Goater, 1986a).
Etymologie
Pinokkio = verlengde palpen (lange houten neus) bij de vlinders.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Met mos begroeide stenen (Goater, 1986a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|