Voorkomen
Een soort van de zuidelijke helft van Nederland, met name in de Hollandse duinen en Zuid-Limburg. Er is een voorkeur voor kalkhoudende grond.
Herkenning
Vleugelwijdte 14-23 mm. De kleur is helder geel, met een opvallend stippenpatroon. Onderscheid met Adaina microdactyla is moeilijk, en behoeft vaak genitaal onderzoek. Vliegtijd van half juni tot half september, in twee generaties.
Levenswijze 'biologie'
De rups leeft in de stengel van Donderkruid (Inula conyzae). Van hieruit wordt de bloem en de zaden ook weggevreten. Verpopping in de vraatkamer, ook aan de stengel.
Etymologie
Veder = veer, verwijst naar de veerachtige vertakkingen van de vleugels.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Donderkruid (Inula conyzae).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|