Voorkomen
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
Een vrij zeldzame soort die verspreid over het land voorkomt. Redelijk gewoon in delen van aan de Zeeuwse kust en de Hollandse duinen, maar ook in het binnenland langs de grote rivieren. Daarbuiten af en toe een waarneming. Uit het noorden zijn slechts enkele vindplaatsen bekend.
Herkenning
De vliegtijd begint in eind mei tot half augustus. In sommige jaren worden er nog exemplaren waargenomen tot in september. Zij is licht glanzend roomkleurig, dicht dwarsgestreept met fijne oranjebruine of vosbruine streepjes en langs de binnenrand bestoven met die kleur. Achtervleugels zijn licht tot matig donker grijsachtig bruin (Bentinck & Diakonoff 1968a). Er zijn overeenkomsten met C. striana maar deze soort bezit een donkere vlekkenzone op de voorvleugel. Epiblema grandaevana is een grotere soort met langere palpen.
Levenswijze 'biologie'
De rups leeft in van september tot mei en juni (Razowski, 2003a) in de wortels van ondergenoemde planten. Zij is vuilwit van kleur, maar kan ook overgaan tot roodbruin, met een kleine zwarte kop. Het nekschild is okergeel (Bentinck & Diakonoff 1968a).
Etymologie
Bladroller is afgeleid van de familienaam bladrollers, ook al leeft deze soort niet expliciet als bladroller.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Ganzenbloem (Chrysanthemum leucanthemum), bijvoet (Artemisia vulgaris), duizendblad (Achillea), paardenbloem (Taraxacum), akkermelkdistel (Sonchus arvensis), weegbree (Plantago) en andere lage planten (Razowski, 2003a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|