Voorkomen

Zeldzaam in Nederland. Kan aan de kust worden aangetroffen waar de waardplant groeit. Slechts enkele waarnemingen bekend.

De soort kwam in Nederland voor het eerst onder de aandacht in 1984, naar aanleiding van een (aanvankelijk) eerste vondst in Melissant (ZE) door K.J. Huisman op 8.vii.I983 (Huisman et al, 1986a; Huisman & Koster, 1994a). Meer waarnemingen volgden. Echter door nader onderzoek van O. Karsholt bleek echter dat een deel van deze waarnemingen tot M. moyses (Uffen, 1991) behoorde. Tijdens dit onderzoek bleek tevens dat de soort al eerder gevangen was. Het eerste exemplaar voor Nederland stamt uit de collectie van Bentinck (Terschelling, 30.vi. 1957, coll RMNH) (Huisman & Koster, 1994a).

Herkenning

De adult vliegt in juni en juli. De soort kan overdag rustend in een verticale houding in de directe omgeving van de waardplant worden aangetroffen.

De soort kan verward worden met Monochroa moyses (Uffen, 1991). Het soort kan slechts met behulp van genitaal onderzoek met zekerheid van deze soort worden onderscheiden. Een duidelijke beschrijving alsmede afbeeldingen van de adult en het mannelijk en vrouwelijke genitaal van beide soorten worden gegeven in Huisman & Koster (1994a).

Levenswijze 'biologie'

De larve mineert de steel en wortels van Melkkruid (Glaux maritima) en zeealsem (Artemisia maritima). Planten met rupsen kunnen herkend worden doordat aangetaste planten vaak verwelken en verdorren (Bland et al, 2002a).

Etymologie

De term 'boegspriet' verwijst naar sterk versmalde ondervleugelpunten die doet denken aan de ouderwets schip die ook een spitse voorzijde kent.

Melkkruid (Glaux maritima) (Bland et al, 2002a; Elsner et al 1999a; Huisman et al, 1986a) Elsner et al (1999a) noemt ook Zeealsem (Artemisia maritima).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.