Voorkomen
Een verspreid voorkomende, maar zeldzame soort die vooral voorkomt waar volwassen linden groeien langs lanen en wegen, ook in de bebouwde kom van dorpen en steden.
Herkenning
De soort vliegt in een generatie van eind mei tot augustus en kan vooral worden gevonden tegen de stammen van linden. De vlinder lijkt op C. lathamella), maar de donkere rand rond de voorvleugel is in het midden niet verbonden. Ook zijn de zilverkleurige vlekken groter.
Levenswijze 'biologie'
De larve is geelwit. Kop bruin. De larve leeft van augustus tot april onder de bast van de stam, waarin het gangen maakt. De helderbruine uitwerpselen worden uit de gang verwijderd en zijn in de spleten van de bast goed zichtbaar. Verpopping vindt plaats in mei en juni ergens in de gang, maar mogelijk ook daarbuiten aan de grond.
Etymologie
Voorvleugel met zilveren schubbenpuist, lijkend op de ouderwetse zilveren klinknagel.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Linde (Tilia).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|