Voorkomen
Elachista geminatella (Herrich-Schäffer, 1855) behoort tot een complex van drie soorten, allen voorkomend in Europa: Elachista regificella (Stroem, 1849), Elachista tengstromi (Kaila et al, 2001a) en Elachista geminatella (Herrich-Schäffer, 1855). Dit complex is slechts recentelijk door Kaila et al (2001a) ondekt. E. regificella is tot nu toe allleen bekend uit Engeland, E. tengstromi uit Engeland en het vaste land van Europa en E. geminatella alleen van het vasteland van Europa (Kaila et al, 2001a; Kaila & Langmaid 2005). Naar aanleiding van deze publicatie over het regificella-complex van Kaila et al (2001) heeft Willy Biesenbaum onderzoek gedaan naar het Nederlandse materiaal van Elachista regificella in Limburg van Anton Schreurs. De exemplaren, voorheen gedetermineerd als E. regificella, zijn op basis van zijn onderzoek overgebracht naar Elachista geminatella (Biesenbaum, 2002a; Huisman et al 2007a). Echter, volgens (Huisman et al 2007a) is nog niet al het Nederlandse materiaal onderzocht, en zij merken dan ook op dat aangezien E. tengstromi dichtbij de grens van Duitsland is gevonden (nabij Limburg), het goed mogelijk zou zijn dat ook E. tengstromi in Nederland voorkomt.
E. geminatella is naast Limburg ook bekend uit het Zwanewater, Noord-Holland. In 2005 werd door Sjaak Koster een mannetje gesleept en een vrouwtje aangetroffen in een malaiseval (Huisman et al 2007a). Het afgebeelde museum exemplaar op deze website is afkomstig uit Limburg, uit de collectie van Sjaak Koster en destijds gedetermineerd als E. regificella. Dit exemplaar moet nog gegenitaliseerd worden en kan dan pas met zekerheid worden toegeschreven aan ofwel E. geminatella of E. tengstromi, waarbij de laatste mogelijkheid zou betekenen dat ook deze soort aan de lijst kan worden toegevoegd.
Herkenning
Gelijkende soorten: Elachista regificella (Stroem, 1849) en Elachista tengstromi (Kaila et al, 2001).
Levenswijze 'biologie'
Biologie en uiterlijk larve en pop van E. geminatella is uitvoerig beschreven in Parenti (2005a) en Steuer (1980: sub E. regificella). Parenti (2005a) beschrijft de larven echter van L. sylvatica en L. luzuloides en het is uit de publicatie niet goed op te maken, ondanks dat de publicatie van Kaila et al 2001a wordt genoemd, op welke wijze het gebruikte materiaal aan E. geminatella is toegeschreven.
De larven van E. regificella en E. tengstromi zijn beschreven door Langmaid (2007a).
Etymologie
Geen nadere uitleg vereist.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Traugott-Olsen & Schmidt Nielsen (1977a) meldt ruige veldbies (Luzula pilosa), witte veldbies (L. luzuloides), grote veldbies (L. sylvatica) en mogelijk nog andere Luzula sp. Echter, sinds de opsplitsing van E. regificella is de gedachte ontstaan dat de verschillende soorten mogelijk monofaag zijn op Luzula sp.: E. tengstromi op L. pilosa (Kaila, 2001a; Langmaid, 2007a (kweek)), E. geminatella op L. campestris en multiflora (Kaila, 2001a), en E. regificella op L. sylvatica (Kaila, 2001a; Langmaid, 2007a (kweek)).
De waardplanten voor E. geminatella zijn bovendien in overeenstemming met de bevindingen uit Nederland. Huisman et al (2007a) melden dat op de vindplaats van E. geminatella in het Zwanenwater alleen veelbloemige veldbies (L. multiflora) en gewone veldbies (L. campestris) voorkomt en dat de soort dus vermoedelijk hierop leeft. Het enige wat in de literatuur dit nog tegenspreekt is de beschrijving van E. geminatella door Parenti (2005a). Hij meldt dat Steuer (1980a) E. geminatella (op basis van herdeterminatie van de geprepareerde genitalia) uitsluitend vond op L. pilosa.
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|
|
Bekijk eerdere periodes...
|