Voorkomen
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
Een vrij algemene soort, die verspreid over het land wordt gezien. Op plaatsen met bosbes in de duinen, bossen, heiden of in tuinen kan de soort wat talrijker zijn.
Herkenning
...
Levenswijze 'biologie'
De rups kent een periode van twee jaar voordat zij zijn volgroeid. Jonge rupsen zijn roodachtig, met een zwart nekschild, anaal schild eveneens zwart. Volgroeide rupsen hebben een grijsbruinig lichaam, nekschild roodachtig bruin en de kop is ietwat gespikkeld en zwart van kleur. Vrij direct worden kleine bladerdelen bijeen gesponnen tot een koker, waarin de rups leeft. Later worden bijna volledige bladeren opgerold. Meestal zijn dit afgevallen bladeren.
Gedurende de larvale cyclus worden meerdere kokers ontwikkeld. De laatste koker wordt ongeveer 10 tot 12 mm lang, deze wordt bevestigd aan een twijg, blad of houtstronk. De verpopping vindt plaats tegen mei in dezelfde koker (Harper et al., 2002a).
Etymologie
De rups leeft in een soort van zak. Sikkel verwijst naar de vorm van de palpen.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Bosbes (Vaccinium), tot dusver is de soort alleen bekend van blauwe bosbes (V. myrtillus) (Palm, 1989a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|
|
Bekijk eerdere periodes...
|