Voorkomen
Een zeer zeldzame soort die enkele malen bewust is waargenomen in de provincies Gelderland en Zuid-Limburg. Het opkweken van de rupsen is vaak de sleutel tot het succes omdat deze soort sterk lijkt op P. casta. De vlinders zijn redelijk herkenbaar.
Herkenning
Een grotere soort, met een spanwijdte van 13-17 mm (mannelijke vlinders) en is daarmee doorgaans groter dan P. casta. Vrouwtjes zijn vleugelloos. Antennen van mannelijke vlinders bestaande uit 21-25 segmenten. Voorvleugel is relatief breed, apex gerond. Lijf wittig bij vrouwelijke exemplaren, nekschild lichtbruin en segmenten twee en drie van de abdominale deel van het lichaam zijn elk met een donkerbruine dorsale plaat en een smallere ventrale plaat.
Levenswijze 'biologie'
De rups is erg gelijk aan P. casta maar de dwarsbanden over het lichaam zijn nadrukkelijker aanwezig. De zak is 10-15 mm in lengte en is daarmee iets groter dan zakjes van P. casta. In series (in collecties) is de zak van P. crassiorella onmiddellijk te herkennen. De zakjes bestaan vooral uit stengels van grassen. Het rupsenstadium begint in augustus, en loopt tot mei. In bepaalde omstandigheden kan deze ontwikkeling nog een winter uitgesteld worden (stadium van twee jaar). Verpopping in de zak, in mei en juni (Hättenschwiler, 1985a).
Etymologie
Hoogland verwijst naar de verspreiding in Europa, boven zeeniveau; meestal in berggebieden.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Grassen (Poaceae) en soms andere materialen.
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|