Voorkomen
= cembrella Linnaeus, 1761, [Fauna Suecica ed. 12]: 635
Een zeldzame soort die lokaal voorkomt op de Veluwe (Gelderland) en in zuidelijke delen van Noord-Brabant en Limburg. Daarbuiten ontbrekend en behoorlijk zeldzaam.
Herkenning
De vlinders vliegen vanaf maart tot eind mei-begin juni. Mannetjes vlinders zijn gevleugeld, wijfjes zijn vleugelloos. Mannelijke vlinders doen denken aan T. tubulosa maar zijn beduidend kleiner met een spanwijdte van 11-15 mm
Levenswijze 'biologie'
De rupsen leven van april/mei tot na de overwintering in maart (Hermann, 1994a). Kop zwart, nekschild zwart en lichaam grijs met gelige tinten. De lengte van de zak bedraagt ongeveer 6-8 mm en bestaat uit donkere materialen, vooral steentjes en delen van planten en algen. De soort verpopt in de zak.
Etymologie
Duidt op de 'bolle' vorm van de larvale zak.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Algen.
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|