Voorkomen
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
Zeer algemeen aan de kustgebieden en wat dieper landinwaards, tot wat minder algemeen in het binnenland. De soort vooral in de duinen aangetroffen, maar is ook gemakkelijk te vinden in meer stedelijk gebied, in parken en tuinen.
Herkenning
De voorvleugel is zacht bruin of wittig van kleur en rijk bestoven met bruine schubben. Met een donkere vlek langs de onderrand van de voorvleugel, evenals een tweetal bruine banden die ontstaan langs de voorrand van de voorvleugel, aan het einde van de tweede vlek bevindt zich een kleine smalle stigma, meestal een zwart streepje. De kopbeharing is wit. Verwante soorten, zie ook B. ulmifoliae en de kleinere en contrastrijkere B. ulmella.
Levenswijze 'biologie'
...
Etymologie
Ooglapmot verwijst naar de verdikte antennebasis, die in rust over het oog valt. Te verwarren met oogklepmotten (= Opostegidae).
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Meidoorn (Crataegus), eenstijlige meidoorn (C. monogyna) en tweestijlige meidoorn (C. laevigata).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|