Voorkomen
Zeldzaam, maar mogelijk algemener indien er gerichter wordt gezocht en gekweekt door het verzamelen van bijvoorbeeld braakballen. Waarnemingen zijn verspreid door heel Nederland.
De soort is recent in 2007 in Valkenburg (Li) door H. Corten (pers. comm) aangetroffen in uilenbraakballen, waarbij tientallen exemplaren zijn uitgekweekt.
Herkenning
De soort komt vooral binnenshuis voor, op zolders en in oude schuren. Zij bevinden zich in de buurt van nesten van uilen, in het speciaal kerkuilen (Tyto alba). Zeer zelden worden vlinders op licht gevangen. De soort vliegt in twee hoofdzakelijke generaties, van maart tot eind mei en vervolgens vanaf begin september tot in oktober. De vleugeltekening is kenmerkend.
Levenswijze 'biologie'
...
Etymologie
Al een ruime eeuw bekend als tapijtmot, Muus & Zwier (2009: 14) introduceren roomtipje. Echter, later stemt een meerderheid om toch de oude naam te behouden.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Wollen materiaal, veren of haren in vogelnesten, braakballen of bewerkte producten (Pelham-Clinton, 1985a). Men beweerde altijd dat de soort leeft op tapijten, en dan op voedselbronnen als braakballen overstapt. Recentelijk onderzoek wijst uit dat dit eerder andersom is, en de soort vooral gebonden is aan braakballen en vogelnesten - en vervolgens ook binnenshuis op tapijten kan worden aangetroffen.
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|