Voorkomen
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
Stigmella obliquella is een vrij algemene mineerder van schietwilg (Salix alba), ook wel bekend als knotwilg. Adulten vliegen in twee overlappende generaties van juni tot augustus. De rupsen zijn te vinden in juli en van september tot oktober.
Herkenning
Adulten zijn op uiterlijk niet op naam te brengen, genitalisatie is vereist. Met (donker)grijze voorvleugels en halverwege een witte band kan de soort niet onderscheiden worden van onder andere S. salicis en S. myrtillella. De mijnen zijn wel goed te herkennen.
Levenswijze 'biologie'
Voldiepe Stigmella gangmijnen op smalbladige soorten wilg (Salix) behoren vrijwel altijd tot deze soort, op deze wijze makkelijk herkenbaar.
Etymologie
De naam is gebaseerd op de levenswijze van de rups, zij mineert (=mineermot). De soort leeft op 'gewone wilgen', die in parken en tuinen voorkomen: niet de wollige boswilgen.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Smalbladige soorten wilg (Salix), zoals schietwilg (S. alba), kraakwilg (S. fragilis), laurierwilg (S. pentandra), bittere wilg (S.purpurea) en amandelwilg (S. triandra)
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|