Voorkomen

Stigmella prunetorum komt vooral in het oosten en zuiden van het land lokaal voor op sleedoorn. Adulten vliegen in twee generaties per jaar, precieze periodes nog onduidelijk.

Herkenning

Een kleine vlinder met een zwarte kop en crème-kleurige witte band halverwege de vleugels. Mannetjes hebben donkere achtervleugels met korte androconiale schubben waardoor ze goed herkenbaar zijn, maar vooral de vrouwtjes zijn makkelijk te verwarren met andere Stigmella soorten met een witte band. De mijnen zijn goed te herkennen.

Levenswijze 'biologie'

De mijnen beginnen met een kenmerkende concentrische spiraal en wijken hier aan het einde van de mijn van af. De rups is vaal bleek-groen.

Etymologie

De naam is gebaseerd op de levenswijze van de rups, zij mineert (=mineermot). De rupsen maken spiraalvormige gangmijnen.

Soorten prunus (Prunus spp.), voornamelijk sleedoorn (Prunus spinosa).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.