Voorkomen
Een zeer zeldzame soort die slechts enkele vindplaatsen kent in de Hollandse duinen.
Herkenning
Vleugelwijdte 20-25 mm. De vliegtijd is van eind mei tot half juli. De vleugel is helder wit met zwarte stippen en streepachtige tekening. Groter dan de verwante Adaina microdactyla en egaal witter dan de soorten uit het geslacht Hellinsia.
Levenswijze 'biologie'
De eieren worden op de bladeren afgezet van de voedselplant (grote klit, Arctium lappa). De rupsen schuiven de viltharen van de onderzijde van de bladeren op zij en vreten dan van de cuticula en parenchymlaag. Er is zowel venster- als gatenvraat. De verpopping volgt aan de onderzijde van een blad, vaak naast een grote nerf.
Etymologie
Veder = veer, verwijst naar de veerachtige vertakkingen van de vleugels.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Grote klit (Arctium lappa) (Gielis, 1996a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|