Voorkomen
Een zeldzame soort, die voornamelijk aan de kust wordt waargenomen. Soms erg lokaal in het binnenland op tamelijk droge zandgronden.
Herkenning
Vlinder vliegt tussen mei en augustus. Net als bij de andere Oxyptilus-soorten kunnen de adulten overdag gesleept worden uit de vegetatie. Soms in grote aantallen bijeen dansend om de pollen muizenoor (Hieracium pilosellae), op open, zonnige plekken. De adulten vliegen vooral in de schemering, zij komen vrij slecht op licht.
De voorvleugels zijn roodbruinig van kleur, met de middenband tamelijk breed en gekromd. Ondervleugels tamelijk donker, donkergrijs met op de onderste veer van de vleugel een donkere driehoekige schubbenborstel die spits afloopt richting de apex.
Levenswijze 'biologie'
Rups van september, tot na de overwintering half mei. De eieren worden afgezet aan de onderzijde van het blad, het eistadium duurt circa tien dagen. De rups leeft in een slap spinseltje naast de hoofdplant (centrale loot). Later in het stadium leven zij van de rozetbladeren. Hier zal de rups ook verpoppen. Zij verpoppen dan aan de onderzijde van het blad. Het popstadium duurt zo rond de veertien dagen (Gielis, 1996a).
Etymologie
Veder = veer, verwijst naar de veerachtige vertakkingen van de vleugels.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Muizenoor (Hieracium pilosella) (Mitterberger, 1912a; Gozm�ny, 1962a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|