Voorkomen
Een zeer zeldzame soort die lokaal in ons land voorkomt in moerassige gebieden waar de waardplant te vinden is. Er waren tot voor kort alleen waarnemingen bekend uit Noord- en Zuid-Holland, Noord Brabant, Limburg en Friesland. Zeer gestaag wordt de soort op andere plaatsen waargenomen, maar het blijft een soort die slechts met een enkel exemplaar, slechts één of tweemaal per jaar wordt gezien. De vlinders vliegen in de zomerperiode, in juni en juli.
Herkenning
Goed herkenbare soort door de grote witte oogkleppen en de witte vleugels met donkerbruine vlek halverwege de achterkant van de voorvleugels, die in rust samensmelten tot een grote stip.
Levenswijze 'biologie'
De soort maakt een mijn in de stengels van wolfspoot (Lycopus europaeus) (Huisman et al., 2007a), waarbij er lange dunne gangmijnen in de bast van de stengel worden gemaakt (Nieukerken, in Franje 9(17)). Eerder werd de soort geassocieerd met dotterbloem Caltha, wat nog steeds in verschillende literatuur naar wordt genoemd - dit is echter onjuist.
Etymologie
Aan de basis van de antennen bezitten de soorten een verdikking, een klep die in rust over het oog ligt. De soort zou vooral leven als rups op wolfspoot. Te verwarren met 'ooglapmotten' (= Bucculatricidae).
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Wolfspoot (Lycopus europaeus) (Huisman et al., 2007a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|