Voorkomen
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
Herkenning
De adulte vlinder vliegt van mei tot in augustus (Elsner et al., 1999a). De adult is onmiskenbaar.
Levenswijze 'biologie'
De rupsen zijn te vinden van maart tot begin mei. De rupsen laten zich met spinseldraden op de grond laten zakken zodra ze de verpoppingsfase bereiken. De rupsen zijn groen met een zwarte kop en een zwarte prothorax en hebben een maximale lengte van 12 mm De rupsen verpoppen in een ijl spinsel in de strooisellaag. (observaties S. Corver, iv.2007) Alle gevonden rupsen zijn opgekweekt. Geobserveerde waardplant was wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia).
Etymologie
De term 'palpmot' verwijst naar de gekromde palpen; in het Duits palpenmotten. Sterk getekende exemplaren vertonen een zwarte vlek in de vorm van het gamma-symbool.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Meidoorn (Crataegus spp.), sleedoorn (Prunus spinosa), vlakke dwergmispel (Cotoneaster horizontalis) en jeneverbes (Juniperus communis) (Bland et al., 2002a). Ook gekweekte appel (Malus domestica, appel (Malus sylvestris), pruim (Prunus domestica), krenteboompje (Amlanchier), peer (Pyrus communis), meelbes (Sorbus aria), wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia) (Elsner et al., 1999a; Huemer & Karsholt, 1999a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|