Voorkomen
Een vrij zeldzame, doch plaatselijk algemene soort die sterk gebonden is aan zonnige plaatsen met bremstruiken, voornamelijk op de zandgronden en langs de kust, daarbuiten wordt de soort maar zeer geregeld gezien.
Herkenning
Van augustus tot begin juni. De waarneming uit juli is mogelijk onjuist. De vleugel is helder geelbruin tot crèmebruin, met donkere spikkels, soms helemaal egaal. De ringvlekken zijn heel minuscuul zwart of wit en bij lichte vormen van deze vlinder zijn deze helemaal niet zichtbaar. De stigma is klein, het is een rond cirkeltje waarvan de rand roodachtig is, daarnaast is nog een tweede witte vlek zichtbaar. Langs de costa of vleugelrand liggen geen zwarte vlekken, soms slechts enkele spikkels. De vleugel is vanaf 2/3 vrij recht en de vleugelpunt is kantig, zeker niet rond. Thoraxbeharing bijna altijd met dezelfde kleur als de vleugels, of donkerder, nooit lichter. Omdat er nauwe overeenkomsten zijn met A. subpropinquella en soms A. propinquella is onderzoek naar de genitaliën vereist, tenzij de rupsen gekweekt werden afkomstig van brem.
Levenswijze 'biologie'
...
Etymologie
Platlijf verwijst naar de in rust neergelegen vleugels.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Brem (Cytisus scoparius).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|