Voorkomen

Een zeer lokale en zeldzame soort die nu naar alle waarschijnlijkheid is uitgestorven. Vroeger werd zij in het midden van het land en Zuid-Limburg en Noord-Brabant enkele malen waargenomen vanaf 1914. Veel waarnemingen die vermeld staan in Kuchlein & Donner (1993a) zijn incorrect. Het doet onterecht vermoeden dat de soort in die periode algemeen is geweest. Thans zijn er na 1914 nog wel enkele vlinders gezien tot aan 1973-74, hierna is er geen exemplaar meer gevangen.

Herkenning

Juli tot maart, waarnemingen voor juli zijn twijfelachtig. De voorvleugels zijn lichtbruin tot bruin, soms iets roodbruinig, met vele onregelmatige zwarte vlekjes verspreid over de hele vleugel. Langs de voorrand liggen donkere vlekjes. De soort lijkt zeer sterk op A. propinquella en A. subpropinquella maar de stigmavlek is bij A. laterella waziger en uit driehoekig van vorm, naar de thorax toe iets spitser wordend. A. subpropinquella kent niet die zwarte vlekjes langs de vleugelrand en de kraag vlak na de thorax is bij A. laterella zwart. Onderzoek naar de genitaliën is bij deze soort, ook gezien haar zeldzaamheid, aanbevolen.

Levenswijze 'biologie'

...

Etymologie

Platlijf verwijst naar de in rust neergelegen vleugels.

Korenbloem (Centaurea cyanus) (Harper et al., 2002a).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.