Voorkomen
= mediopectinellus Haworth, 1828 [Lepidoptera Britannica]: 545.
Een zeldzame soort in Nederland. De soort is in het verleden veel verward met O. urella Fischer von Röslerstamm, voorheen O. bisontella Lienig & Zeller.
Herkenning
De adult vliegt van juli tot in september en vliegt overdag in het middaguur met zonneschijn, zij komt zeer matig op licht. De adult heeft een zeer karakteristiek uiterlijk, echter is moeilijk te onderscheiden van O. vacculella en de niet in Nederland voorkomende soort O. urella. Volgens Karsholt & Nielsen (1984a) kunnen de soorten worden onderscheiden door verschillen met betrekking tot de voelsprieten, de franje aan de onderkant van de bovenvleugels en de ondervleugels. Zie hier de sleutel voor het genus van Ochsenheimeria, op basis van Karsholt & Nielsen (1984a).
Levenswijze 'biologie'
Van september tot in mei, de rups overwintert. De soort leeft als rups in de stengels van verschillende grassen. Hierdoor verkleuren en verdrogen met name de binnenste bladeren van de plant. Aangetaste planten zijn hieraan goed herkenbaar. De rups is lang en slank en heeft een lichtbruine kop. Het lichaam is wit met een donkere stip boven iedere stigma op elk segment. De rups wisselt gedurende zijn rupsenstadium regelmatig van plant. De rups verpopt, pop lichtbruin, in een cocon gemaakt van wit spinsel tegen een blad of stengel van de voedselplant of een nabij gelegen plant.
Etymologie
De voorvleugel van deze soort vertoont enkele uitgestulpte schubben, die op stekels lijken. Tarwe is de voedselplant.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Kropaar Dactylis glomerata, Bromus spp., Poa spp, Alopecurus spp. en andere grassen.
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|