Voorkomen
Een vrij algemene soort die vooral wordt gezien in het noordelijke deel van ons land. Ook daarbuiten lokaal niet zeldzaam.
Herkenning
De soort lijkt erg op Nemapogon inconditella. Huisman & Koster (1995a) beschrijven het onderscheid als volgt: Bij beide heeft de voorvleugel een roomkleurig witte grondkleur, die meer of minder bedekt kan zijn met lichtbruine schubben. N. inconditella heeft aan de basis van de voorrand echter twee vlekken die dichtbij elkaar kunnen liggen, maar geen duidelijke ononoderbroken streep langs de voorrand van de basis tot 1/3 van de vleugel, zoals bij N. clematella. Verder heeft de voorvleugel in het midden een donkere, naar buiten gerichte, voorrands- en binnenrandsvlek. Bij N. clematella raken beide vlekken elkaar en ontstaat er een duidelijke donkere V-vormige band.
Levenswijze 'biologie'
...
Etymologie
Kroeskopje verwijst naar de kopbeharing, die ten eerste prominent aanwezig is en vooral boven de ogen nogal krult (kroes). Satijn verwijst naar de witte met lichtgele kleur.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Waargenomen op diverse soorten schimmels en paddenstoelen onder dode takken en twijgen van diverse soorten loofbomen. Tevens waargenomen op gladde kogelzwam (Hypoxylon fuscum) op takken van els (Alnus spec), echte tonderzwam (Fomes fomentarius) en rottend hout (Pelham-Clinton, 1985a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|