Voorkomen
Een vrij algemene soort die vooral wordt gezien op de zandgronden in het binnenland, vaak in de omgeving van jeneverbes- en naaldbosvegetaties.
De soort is vrij algemeen en lijkt vooral voor te komen op de zandgronden van Gelderland, met name de Veluwe en de zandgronden van Drenthe. Enkele waarnemingen buiten deze gebieden.
Herkenning
De vliegtijd van deze soort ligt ongeveer van mei tot in augustus en komt op licht.
De adult heeft een okerachtig gekleurde beharing op de kop. De voorvleugels zijn lichtbruin tekend met drie witte banden over de voorvleugels aan de dorsale zijde net van het midden, waarvan twee meer gesitueerd is richting de basis en de derde richting de apex. Tevens drie witte vlekken aan de costale zijde van de voorvleugels. Ook wat witte tekening nabij de basis, direct achter de kop.
Levenswijze 'biologie'
Over de larve is weinig bekend maar mogelijk voedt de larve zich met dierlijk materiaal.
Etymologie
Kroeskopje verwijst naar de kopbeharing, die ten eerste prominent aanwezig is en vooral boven de ogen nogal krult (kroes). Zand verwijst naar de zeer fijne spikkels die de soort op de vleugels bezit.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Niet opgegeven.
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|