Is de lindedwergbladroller (Pammene ignorata) terug in Nederland?

Gepubliceerd op 1 maart 2013 door Tymo Muus
 
Het is 48 jaar geleden dat de eerste, maar ook de enige, vlinder van de lindedwergbladroller (Pammene ignorata) werd gevonden in ons land. Een piepklein zwart-wit vlindertje is het, die misschien ook maar weinig opvalt tussen al die andere gelijkende vlinders. In 2012 fotografeerde George Sinnema in Leeuwarden een tweede exemplaar voor Nederland. Komt de lindedwergbladroller heel misschien dan toch nog in ons land voor?

Een hyaat tussen de perioden, en de vindplaatsen

Het eerste exemplaar van Pammene ignorata in ons land werd bij Rijckholt in het Savelsbos verzameld op 27 mei 1964 door Jan Lucas (determinatie Hans Huisman). Deze vlinder ging schuil onder het materiaal van een andere Pammene soort, maar dat was enigszins te verwachten omdat P. ignorata pas sinds 1968 beschreven werd door de Russische Kuznetsov.
De tweede vindplaats, waar George Sinnema op 6 juni 2012, het tweede Nederlandse vlindertje fotografeerde (determinatie Tymo Muus), ligt hemelsbreed 300 kilometer ten noorden van de eerste vindplaats. De vindplaatsen verschillen, daar het eerste exemplaar op de kalkgronden werd waargenomen, gevangen in een bosrijk biotoop, is het tweede exemplaar gefotografeerd in een park op de kleigronden. Het genoemde park, het Rengerspark, ligt iets ten noorden van de binnenstad van Leeuwarden en herbergt talloze oude bomen en struiken, zoals vleugelnoten, kastanjes, linden en iepen. Omdat deze bomen (soms) al van hoge leeftijd zijn is het aannemelijk dat de soort al vele (tientallen) jaren aanwezig is in de stad. Onderzoek moet uitwijzen of de soort ook meer voorkomt in het Rengerspark en of er bewijzen van voortplanting kan worden aangetroffen.


Het gefotografeerde vlindertje (foto: G. Sinnema)

Pammene ignorata
De vlinder is soms lastig te herkennen, vooral afgevlogen (versleten) exemplaren behoeven microscopisch onderzoek naar de mannelijke of vrouwelijk genitaliën. Het voordeel is dat het gefotografeerde exemplaar puntgaaf was. De vlinders worden gekenmerkt door een bijna zwarte vleugel met een schuin op de onderrand staan de kubusvlek, die alleen bij de onderrand, exact in het midden, een minimale zwarte onderbreking kent. Bij talloze andere Pammene soorten loopt deze vlek door, of is de lichte "zadelvlek" opgebouwd uit diverse lijnen. Aan de voorzijde van deze vlek is één scherpe punt zichtbaar. Deze scherpe punt ontbreekt bij P. insulana, en de vlek is bij deze soort ook half-balvormig afgerond. Zeer typerend aan P. insulana is de egale en diep donkerbruine ondervleugel en het gebrek aan lijnvormige contouren op de voorvleugel. Indien de "zadelvlek" recht is en loodrecht op de onderrand staat, dan komen soorten als P. agnotana en P. obscurana in aanmerking. Over het donkere vleugelvlak zijn diverse contouren van grijze schubben zichtbaar, die bij P. albuginana en P. gallicolana doorgaans crèmekleurige schubben bevat. Ook over het algemeen kan verondersteld worden dat beide laatstgenoemde soorten bonter getekend zijn. Een markant verschil tussen P. insulana en de vorige twee, is de kleurverdeling bij het borststuk en de kop. Bij P. albuginana en P. gallicolana is de thorax (vooral bij de vleugelbasis, in de vorm van een schubbenschouder) bezaaid met lichte schubben en is de kop ook tamelijk licht van kleur, bij P. insulana is de thorax grijs en de kop ook donker, maar alleen aan de onderzijde kan de kop wat lichter zijn.

De levenswijze van de vlinder is nagenoeg onbekend, maar omdat vlinders in het verleden vaak op of rondom linden en iepen zijn waargenomen is het zeer aannemelijk dat de soort op deze bomen leven. Weliswaar niet van de bladeren, maar net als talloze andere genusgenoten in de bast of in gallen/nesten van Hymenopteren.


Een opgezet Deens exemplaar (foto: Eivind Palm)


Categorie: Faunistiek | Terug naar nieuwsoverzicht | Ouder | Nieuwer


 
 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.