18 - 22 juli
   

Waar het begon: een omslag van het voorgevoel
Onze vijfde excursie alweer, een pure nachtvlinderexcursie met de grootste belangstelling voor microlepidoptera. We berichtten u over de weersvoorspellingen in onze nieuwsberichten: de hele week regen. Even dachten we, dat de excursie voor het eerst volledig in het water zou belanden. Ook al schreven we hier, dat er niets zo veranderlijk is dan het weer. Maar dit twijfelachtige voorgevoel werd aan het begin van de week snel weggenomen.

Op zaterdag 16 juli arriveerde Sifra Corver in Steenwijk, de in Zwitserland woonachtende hoofdeditor van het ML project. Toen viel de regen nog met bakken uit de lucht. Zondag moesten er nog paraplu's opgeofferd worden door de regen en wind. Maandag kwam de hele groep bijeen in de Grachtveste in Steenwijk en tussen de regenbuien door werd passagier en bagage, per auto of fiets, richting het Overijsselse Onna gevoerd waar de accommodatie zich bevond. Na het eten werd het spoedig droger en diezelfde avond nog werd er vier lampen gevlinderd op het defensieterrein van de Havelterberg. Een koude nacht met wind, die uiteindelijk niet bijzonder veel opleverde.



Bucculatrix ainsliella , de Amerikaanse ooglapmot: in Drenthe & Overijssel
Op de Havelterberg stonden er twee vanglampen onbewust opgesteld onder Amerikaanse eiken. Zodra de lampen aan gingen viel het licht op de bladeren waar de cocons van een pas voor Europa ontdekte soort 'opgloeiden' door de reflectie van de vlinderlampen. Het ging hier om enkele tientallen cocons, vraatsporen en één rups. Op licht werden drie vlindertjes verzameld. Ook een nacht later, bij de accommodatie te Onna, werd een vlinder verzameld. In het vorige nieuwsbericht op deze website kunt u meer over deze interessante soort lezen.



Van riet tot klokjesgentiaan, van moerasspirea tot struikheide
De eerste avond werd onderzoek verricht op terrein van defensie, dag twee stond in het teken van de Weerribben. Onder andere het terrein rondom de spinnenkopmolen en het Woldlakebos werd hier onderzocht en 's nachts met licht geïnventariseerd met vier lampen. De grote vuurvlinder was intussen uitgevlogen maar de zilveren maan was nog volop te bewonderen. Deze nacht begon met veel vliegen en eindigde met interessante vondsten van micro's en ook wel grotere nachtvlinders zoals de heremietuil (Ipimorpha retusa) en de valeriaandwergspanner (Eupithecia valerianata).

Woendag, dag drie, werd er gevlinderd op het Holtingerzand, het Holtingerveld, Havelte en delen van boswachterij Uffelte. Dit gebied is uitermate versnipperd qua terreinbeheerders en dit valt vaak ook af te lezen aan het biotoop: van natte heide naar droge heide, van kruidenrijke graslanden tot moerassen. Ook dit leverde talloze bijzondere soorten op. Eén grote aanwinst (dit mag gerust dé vondst van de excursie genoemd worden!) was de fraaie muizenoorvedermot (Oxyptilus parvidactyla). 's Avonds werd hier ook met licht geïnventariseerd. Omdat het overdag 25 graden was geweest en het 's avonds helder werd ging de vocht in de grond condenseren: er ontstond dauw en mist. De lampen in open veld hadden dus enigszins moeite om de UV-straling door de mist te stuwen.

De laatste veldwerkdag, donderdag, was min of meer een vrije dag. Een kleine groep ging naar een deel van de Wieden, een terrein wat achteraf, op enkele bladrollers na, niet veel opleverde. Uiteindelijk ging de hele groep naar het Holtingerveld terug om hier de vennetjes te verkennen. Met enkele achterblijvers werd het terrein van de accommodatie uitgeplozen op de aanwezigheid van bladmineerders, hier troffen we zwermen (!!) met prachtige hertshooisteltmotjes (Euspilapteryx auroguttella) aan.
Na het 'laatste avondmaal' vertrok de helft van de groep naar het Brandeveen, in een omgeving met veel naaldbomen, lijsterbes, pijpestrootje en enkele jeneverbesvegetaties.
Het echte Brandeveen bleek buitengewoon "kil" te zijn, dus besloten we in het bos te blijven waar de warmte ook nog wat langer bleef hangen. Hier werden drie lampen opgesteld, waarvan één later nog een tweehonderd meter werd verplaatst. Twee auto's hadden moeite met de zandpaden en dus werden de voertuigen extra geduwd om deze met slippende banden vooruit te krijgen. Niet al te laat keerde men terug naar de accommodatie, zodat de laatste avond nog traditioneel afgesloten kon worden met een koud pilsje en een hartige snack.

Vrijdag was het inpakken en wegwezen: al bleven Luc Knijnsberg en Arnold Wijker nog even om hun laatste bezoek aan de Weerribben te brengen. Ook Wouter Moerland bezocht zo nog het Kuijersboschje, waar hij nog één wijfje van de blauwe knooplangsprietmot langsprietmot (Nemophora minimella) kon noteren. Deze middag viel er, helaas voor hen die nog het veld in gingen, het eerste miezerbuitje van de week.
Uiteindelijk bleef niemand nog langer dan vrijdag, het weer zou in de loop van de avond dan ook in negatieve zin omslaan.

 


Algemene impressie
Niet alle deelnemers hadden de puf om 's avonds nog met auto richting een 'speerpuntgebied' te vertrekken. Met drie auto's, drie generatoren en 3-4 vlinderlampen werd dit overgelaten aan de helft van de groep. De andere helft bleef in Onna, bij de accommodatie. Hier stonden drie lakens opgesteld, met een of twee lichtvallen. Al met al dus een excursie met 7 opstellingen en 3 vlindervallen! Elk jaar wordt rekening gehouden met dergelijke situaties, vandaar wordt elk jaar een accommodatie gekozen die in de natuur ligt. Voor sommigen was dit het beste 'thuisterrein' tot nu toe: divers en citerend "sprookjesachtig" en "buitenlands ogend".
Zo was hier een goede parkeerplaats, een ruime woonruimte, een boomgaard, meertje, kruidenveldje en loof- en naaldbos. Er waren achtien à negentien deelnemers, van heinde en ver. Het weer was toch nog goed, dus er was een prima resultaat.

The results, are...
Zo kort na de excursie is er nog geen overzicht van de waarnemingen, daarom kunnen we slechts een schatting geven. Gedurende de week zijn er ongeveer 120 soorten macro's geregistreerd en 150 soorten micro's, alles met elkaar dus zo'n 270 soorten, bij lange na niet slecht. De lijst wordt vertegenwoordigd door enkele (hoogst) bijzondere soorten.

De top 15 van de excursie 2011:
Niet in de lijst, maar zeker bijzonder: de Amerikaanse ooglapmot.
1. fraaie muizenoorvedermot (Oxyptilus parvidactyla) Holtingerveld, dag 3
2. " de palpmot " Caryocolum blandella Havelte, dag 4
3. muntoogklepmot (Pseudopostega crepusculella) Weerribben, dag 2
4. berkenbladroller (Archips betulana) Holtingerveld, dag 4
5. azuurblauwmot (Stenoptinea cyaneimarmorella) Onna, dag 2
6. grauwe cacaomot (Ephestia kuehniella) Onna, dag 0
7. spireaboogbladroller (Acleris shepherdana) Weerribben, dag 2
8. schaduwfruitbladroller (Eudemis porphyrana) Onna, dag 2
9. naaldboombladroller (Zeiraphera ratzeburgiana) Onna, dag 2
10. leemvlekbladroller (Cymolomia hartigiana) Onna, dag 2 en 3
11. perzikscheutboorder (Anarsia lineatella) Onna, dag 2
12. spireaboegsprietmot (Monochroa lutulentella) Weerribben, dag 2
13. pauwdwergbladroller (Pammene gallicana) Weerribben, dag 2
14. lichte zuringpalpmot (Neofriseria singula) Onna, dag 3
15. satijnsmalpalpmot (Carpatolechia alburnella) Grote Startbaan, dag 3


Locatie waar de Amerikaanse ooglapmot volop werd gevangen, zie o.a. de takken van Amerikaanse eik - hier werden rupsen en coconnen op verzameld:

 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.