Ostrinia nubilalis in Nederland
Een algemene soort, die verspreid over het land voorkomt. In vochtige terreinen soms talrijk.
Herkenning
De vlinders kennen een spanwijdte van 26-37 mm. De mannelijke vlinders verschillen sterk van de vrouwelijke vlinders. De mannelijke vlinders zijn gebruikelijk roodbruin tot bruin van kleur, de wijfjes zijn geelwit.
Levenswijze 'biologie'
Etymologie
Al een oude naam die verwijst naar de rupsen, al borend (vretend) in maïsstengels.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
In Nederland maïs (Zea). In Europa ook op andere planten, Parenti (2000a) geeft zo als andere waardplanten tomaat (Lycopersicon = Solanum lycopersicum), hop (Humulus) en gewone boon (Phaseolus).
|