Voorkomen
Een algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
In heel Nederland algemeen, op vochte plekken bij sloten, meren of poelen waar de waardplanten ook te vinden zijn.
Herkenning
Lijkt op D. forficella. De bleke voorrand op de voorvleugel, van de basis tot aan de apex, is karakteristiek voor D. mucronella. Op de voorvleugel van D. forficella loopt normaliter een donkere, bruine rechte lijn van apex tot het midden van de vleugel. Adulten vliegen van mei tot augustus.
Levenswijze 'biologie'
De rupsen groeien op in de stengels van riet en grasachtigen zoals zeggesoorten (Carex spp.), een paar centimeter boven de wortels. Een klein gaatje in de stengel op 5-7,5 cm boven de grond duidt op aanwezigheid van rupsen (Goater, 1986a).
Etymologie
Snuitmot = verwijzend naar de palpen.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Riet (Phragmites australis), liesgras (Glyceria maxima) en zegge (Carex spp.) (Goater, 1986a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|