Oidaematophorus lithodactyla in Nederland
Bekend uit het westen en zuiden van het land. Tevens van Texel. De soort prefereert vochtige habitat waar de voedselplant heelblaadjes (Pulicaria dysenterica) en in mindere mate donderkruid (Inula conyzae) groeit.
Herkenning
De vlinders kennen een spanwijdte van 26-29 mm. Vleugelwijdte 26-29 mm. Vliegtijd juli tot begin september. De vleugel heeft een grijsbruine kleur en scherpe zwarte tekening. Door het grote formaat is het een kenmerkende soort.
Levenswijze 'biologie'
De rupsen leven in de bloemhoofdje van de voedselplanten. Ook worden de bovenste bladeren en de bloemhoofdje tezamen gesponnen, en leeft de rups van beide. Soms meerdere rupsen in het spinsel. Verpopping aan een stengel, laag aan de plant.
Etymologie
Veder = veer, verwijst naar de veerachtige vertakkingen van de vleugels. De voorpoten van deze soort bevatten veelal donkere pluimpjes.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Heelblaadjes (Pulicaria dysenterica) en donderkruid (Inula conyzae).
|