Voorkomen
De soort is alleen bekend uit Zuid-Limburg. Hier is zij in 1973 ontdekt. In Europa is de soort beschreven uit Hongarije. In 1940 werd zij uit Zuid-Duitsland gemeld, en in de jaren 50 uit Denemarken. Later ook uit Polen en het Ruhrgebied.
Herkenning
De vleugelwijdte bedraagt 18-24 mm bij het mannetje en 22-27 mm bij het vrouwtje. De soort is een van de weinigen die dimorf is. Het mannetje heeft een zeer donker chocoladebruine kleur, het vrouwtje is grijsbruin.
Levenswijze 'biologie'
De vlinders kunnen worden gevonden in beschaduwde plaatsen, meestal gelegen langs beken en sloten, waar de voedselplant groot hoefblad (Petasites hybridus) groeit. De soort is overdag op te jagen uit de vegetatie, maar door de kleur zeer moeilijk herkenbaar. De rups leeft in de lagere delen van de stengel. Uitwerpselen worden door een gaatje in de stengel verwijderd. Verpopping in de stengel.
Etymologie
Gebaseerd op de grondkleur.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Groot hoefblad (Petasites hybridus).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|