Voorkomen

Een zeldzame soort die lokaal voorkomt op de zandgronden in het binnenland, de vlinders worden vaak over het hoofd gezien door hun lastige formaat.

Herkenning

De vlinders vliegen soms overdag maar komen ook goed op licht. In de schemering kunnen de vlinders worden gevonden al vliegende langs de heide. De hoofdvliegtijd ligt in april tot in mei. Zelden kunnen de vlinders ook al in eind maart worden waargenomen.

De vleugels zijn bruinig grijs, de sterk ontwikkelde palpen en lange voelsprieten zijn kenmerkend en daarmee is de soort van andere gelijkende soorten binnen de Gelechiidae en andere families te onderscheiden.

Levenswijze 'biologie'

De rups leeft in een kleine langwerpige koker bestaande uit kleine reepjes van heide of grassen. Het lichaam is wat dofgeel of rozig met brede bruinige dwarslijnen, pinacula is wat roodbruinig. De rupsen leven vanaf ongeveer juli tot in het volgende voorjaar, maart. Rupsen werden gevonden in september en oktober. De zakjes worden met rag bevestigd aan bijvoorbeeld twijgen, verpopping vindt ook plaats in het zakje (Harper et al., 2002a).

Etymologie

Daar de soort zo enorm donker is, lijkt deze op zwarte inkt.

Heide (Calluna, mogelijk struikheide C. vulgaris) en tijm (Thymus) (Palm, 1989a).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.