HERKENBAARHEID
 
 
WETENSWAARDIGHEDEN
 
Nationale status
inheems
Landelijk voorkomen
vrij algemeen
Concept Rode lijst
Onbepaald
 
WANNEER VLIEGT DE VLINDER?
Vliegtijddiagram (Gecorrigeerd)
TOE- OF AFNAME (TREND)
 
Eerst afname, reeds nu weer toenemend.
 
FOTO AANBIEDEN
 
Hoe kan ik bijdragen?
 
AUTEUR(S)
 
Muus, T.S.T. | Bronnen
 
LAATSTE AANPASSING
 
February 18, 2022, 11:05 pm
Familie: Psychidae, zakdragers (subfamilie Naryciinae)
 
 
algenzakdrager
Dahlica lichenella  (Linnaeus, 1761)
 
 
 

Voorkomen

Een vrij algemene soort die vooral wordt gezien op de zandgronden in het binnenland en in de duinen. Kan worden verward met de zakjes van N. duplicella. Mede daarom is de precieze verspreiding mogelijk maar gebrekkig bekend.

Herkenning

De soort kent in Nederland de gevleugelde mannelijke vorm en de vleugelloze vrouwelijke vorm. Parthenogenese adulten komen eveneens zelden voor. De vlinders zijn te vinden in maart en april, soms met kleine uitlopers in mei. De mannetjes hebben donkere vleugels met lichtere grijze vlekken.

Levenswijze 'biologie'

De rupsen leven vanaf juni tot na de overwintering als volgroeide rups, tot in het volgende jaar, maart. De kop is zwart, lichaam donkergrijs en nekschilden zwart. De zak is contrastrijker dan die van Narycia duplicella, die vaak een egalere kleur kent (blauwgroenig). Het rups is ca. 1,5 - 2,5 mm groot, de zak 5-7 mm De rupsen leven op verschillende mossen, algen en plantenresten. De verpopping vindt plaats in de zak in maart of april. De adulten komen in de vroege ochtend uit. Eiafzetting vindt plaats in de zak (Hättenschwiler, 1985a).

Etymologie

De larvale zak wordt meestal groen, met algen, bekleed.

Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"

Algen, mossen en plantendelen/plantenresten.

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.

 
VERSPREIDING

Bekijk eerdere periodes...


 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.