Voorkomen

Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen. Metzneria lappella is de gewoonste soort uit het genus Metzneria. De soort kan verspreid over het land worden waargenomen. De meeste vindplaatsen zijn gedaan langs de kust, maar ook blijkt de soort voor te komen in het binnenland langs rivieren, de zandgronden en in het zuiden van Limburg.

Herkenning

De vlinders vliegen vanaf mei tot in augustus (Elsner, Huemer & Tokár (1999a). De voorvleugels zijn dof lichtbruin met opvallende, sterk getekende stigma.

Levenswijze 'biologie'

De rupsen overwinteren in de bloemhoofden van de plant en verpoppen in het voorjaar (Muus, kweek).

Etymologie

De term 'palpmot' verwijst naar de gekromde palpen; in het Duits palpenmotten.

In Nederland is de waardplant vooral gewone klis (Arctium minus) (med. B. van As), soms ook grote klis (A. lappa), elders in Europa is de soort ook bekend van donzige klis (A. tomentosum) (Elsner et al., 1999a).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.