Agonopterix propinquella in Nederland
Vrij algemeen in heel Nederland, waar de soort vooral voorkomt op plaatsen met ruigtes waar distelachtigen in aantal aanwezig zijn.
Herkenning
Bijna gedurende het gehele jaar, van half juli, tot na de overwintering, begin juni. Een meestal bruine soort, soms iets lichter van kleur. Kenmerkend door de brede en opvallend aanwezige zwarte stigmavlekken in het midden van de vleugel net niet tegen de rand aan. Hiernaast zijn soms een tweetal erg kleine ringvlekjes zichtbaar die in tegenstelling tot A. arenella veel kleiner zijn en verder uiteen liggen, de grondkleur van A. subpropinquella is wat roodbruiner en de vlek is korter, zij raakt de rand nooit. A. propinquella heeft altijd nog enkele donkere vlekken langs de voorvleugelrand die bij de vorig genoemde soort ontbreken. De franje is iets geblokt. De soort kent ook vormen waarbij de stigma zowaar ontbreekt, deze zijn niet te onderscheiden van andere soorten.
Levenswijze 'biologie'
...
De biologie van deze soort is uitgebreid beschreven op Bladmineerders.nl
Etymologie
Platlijf verwijst naar de in rust neergelegen vleugels.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Speerdistel (Cirsium vulgare) en akkerdistel (C. arvense). Ook soorten uit de genera Carduus, Centaurea en Serratula worden wel als waardplanten vermeld (Palm, 1989a; Harper et al., 2002a).
|