Geheimzinnige en fraaie purpermotten

Gepubliceerd op 22 mei 2010 door Tymo Muus
 
Temperatuurschommelingen hebben de natuur niet echt gefrustreerd, veel vlinders hebben de koude nachten van de afgelopen dagen prima doorstaan en nu de temperatuur vanaf aanstaande vrijdag weer zal oplopen zijn weer tal van nieuwe soorten te verwachten. Typische voorjaarssoorten zijn momenteel aan het verdwijnen. Er is echter nog één typische-lente-micro die de komende dagen te vinden is: de eikenpurpermot (Dyseriocrania subpurpurella). Het is de enige soort van de purpermottenfamilie die het langst doorvliegt in het seizoen, tot in de late nachtuurtjes vliegt, een andere waardplant (eik i.p.v. berk) heeft en bovendien goed op licht komt! Om die reden wordt deze soort ook het meest gezien.

Bij z'n broers en zussen in de familie gaat dat minder goed op. Veel soorten zoals de zilvervlekpurpermot (Heringocrania unimaculella) vliegen al in maart en hebben een relatief korte vliegtijd, terwijl de meeste vlinderaars dan nog niet actief zijn. Bovendien leven deze soorten ook nogal verborgen. Maar niet getreurd, zij die nu wel wakker zijn die kunnen de soort (maar ook de andere 4!) alsnog aan hun soortenlijstje toevoegen.

Het enige wat u er voor moet doen is op zoek naar de vraatsporen van de rupsen. Van de hierboven genoemde soort werden op deze wijze twee wel heel leuke vondsten gedaan! De zilvervlekpurpermot was nog nooit boven de Veluwe en het Bargerveen gevonden - tot nu ze ook is gevonden in Leeuwarden en Groningen. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Een andere niet gewone soort, Eriocrania sangii - oftewel - de grijsrupspurpermot, werd ook nieuw voor Groningen gevonden!

Op purpermot-safari

Rond deze tijd zijn de mijnen van purpermotten in berkenbladeren te vinden. De bladmijnen lijken op grote onregelmatige venstertjes met parelketting achtige poepsliertjes. Op een afstand echter, vallen aangetastte berkenbladeren vooral in het oog door het vlekachtige uiterlijk van de berkenblaadjes.

Voor determinatie van de bladmijnen kunt u het beste foto's maken van de larven in hun mijn. Dit doet u door de bladmijnen met de larven er nog in tegen het licht in te fotograferen, bijvoorbeeld door het blad met een sellotapeje tegen het raam te plakken. Hierdoor worden de contouren en karakteristieke kenmerken van de larve zichtbaar, en ook de verspreiding van het frass (uitwerpselen) in de mijn, welke kunnen helpen met de determinatie. Soms is de determinatie lastig want enkele soorten lijken op elkaar. Hoe meer tegenlicht (door middel van bijvoorbeeld fel zonlicht) hoe beter, omdat juist dan de meeste details zichtbaar zijn.

Enkele rupsenkenmerken:
  • Zilvervlekpurpermot (H. unimaculella): helder vaalwitte rups, kop bruin met twee zwarte plaatjes achter de kop;
  • Grijsrupspurpermot (E. sangii): diepgrijze rups, vooral op zaailingen;
  • Roze purpermot (E. cicatricella): sociale soort, met meerdere rupsen in één mijntje, vooral op jonge berken;
  • Geelkoppurpermot (E. salopiella): heldere rups, met het uiteinde nogal wat roze getint, de kop is rozebruin tot bruinzwart;
  • Late purpermot (E. sparrmannella): ongeveer als bij de vorige soort maar dan met twee zwarte vlekken aan de weerszijden achter de kop + de mijnen nog tot in de zomer te vinden;
  • Variabele purpermot (E. semipurpurella): eerst zachtgrijs en dus lijkend op E. sangii, daarna met wat zwarte vlekjes achter de kop, uiteindelijk volledig wit met een kort roodoranje kopje, de laatste segmenten lijken groen te zijn.
Kweektips
Om de larven in het volgende jaar te zien uitkomen is het belangrijk de volgende tips te volgen.
Vul een grote yoghurtpot tot ongeveer de helft met met oude bladeren, aarde en wat plantaardig materiaal/plantenresten. Zorg ervoor dat u geen roofinsecten of andere dierlijke vijanden meeneemt. Verplaats de mijnen met volwassen larven in de pot. Zorg ervoor dat het licht vochtig is en bedek de pot vervolgens met een (dubbele) panty. Graaf de pot vervolgens in tot het niveau van de aarde/plantenresten ergens op een plek waar het bedekt staat en beschut (relatief donker en vochtig (geen zon) bijvoorbeeld onder een boom met een houten afdekking erbovenop. Haal de pot in de lente weer naar binnen, bij voorkeur buiten in een schuurtje (voorkom uitdroging!) en wacht tot de adulten verschijnen (kweektip: Ben Smart (UK), met aanvullingen).

Een helpende hand en bijdragen aan de kennis van purpermotten
Voor determinatie van de bladmijnen en rupsen kunt u het beste mailen naar info-at-bladmineerders.nl. Willem Ellis biedt met regelmatig de helpende hand om veldwerkers te helpen bij het op naam brengen van de rupsen van deze soorten. Aangezien er op op dit moment nog wat onduidelijkheid is over het uiterlijk van de vooral jonge rupsen van de purpermotten is Willem Ellis (bladmineerders.nl) zeer dankbaar voor eventuele foto's van de (jonge) larve in de mijn of erbuiten en/of rupsen op alcohol (90%) in een klein buisje. Bovendien, wat is er leuker dan zo veel mogelijk zeldzame purpermotten zien te scoren bij u in de omgeving?!

Categorie: Biologie en levenswijzen | Terug naar nieuwsoverzicht | Ouder | Nieuwer


 
 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.