De tomatenmineermot, Tuta absoluta, klein maar niet zo fijn

Gepubliceerd op 6 maart 2009 door Marja van der Straten & Tymo Muus
 
We zien ze wel eens over het hoofd, microvlinders die zomaar ergens opduiken en daarna grote schade aanrichten. Dit is niet het geval bij Tuta absoluta (Gelechiidae). Zij is oorspronkelijk beschreven uit Peru aan het begin van de 20e eeuw en daarna is zij in tal val landen in Latijns-Amerika gevonden. Intussen heeft zij zich gevestigd in Zuid-Europa en Noord-Afrika. Het is soort die erg lijkt op de inheemse soorten Scrobipalpa en Scrobipalpula. Enige jaren terug viel de soort ook onder het laatstgenoemde genus. Vlinders lijken sterk op Keiferia lycopersicella, die ook op tomaten leeft. Het voorkomen van deze soort is nog niet met zekerheid in Europa vastgesteld.

Sinds 2007 komt deze soort in Europa voor in Spanje (Catalonië) en hij heeft zich daar in zeer korte tijd weten te vestigen in de tomatenteelt.  Het is een soort die grote schade aanricht op tomaten, zowel de bladeren, stengels als de vruchten zelf. In 2008 zijn uitbraken gemeld in Spanje, Marokko en Algerije en in 2009 in Zuid-Frankrijk en Italië.

Alle bovengrondse plantendelen kunnen in elk ontwikkelingsstadium door T. absoluta worden aangetast. Omdat de ontwikkeling permanent doorgaat, kunnen in de kas alle stadia van T. absoluta gedurende het gehele teeltseizoen aangetroffen worden. De rupsen hebben sterke voorkeur voor bladeren en stengels, maar kunnen ook aangetroffen worden in of onder het kroontje van de vrucht en in de vrucht zelf. Bij het boorgat bevinden zich dan vaak hoopjes uitwerpselen. De meest opvallende symptomen zijn de blaasvormige mineergangen (blaasmijnen) in de bladeren, waarin zich de rupsen en donkere, korrelige uitwerpselen (frass) bevinden.
Bij sterke aantasting sterven de bladeren volledig af. Mineerschade aan de stengels veroorzaakt misvorming van de plant. Schade aan de vrucht kan tevens een invalspoort voor ziektes zijn, waardoor rotting optreedt.

T. absoluta kan zich met een levenscyclus variërend van 29 tot 38 dagen zeer snel vermenigvuldigen.
Zolang er voedsel beschikbaar is, gaan de rupsen niet in diapauze. Er kunnen zich in Nederlandse kassen naar schatting tot 10 generaties per jaar ontwikkelen. Eén vrouwtje kan gedurende haar leven 260 eitjes leggen die op bovengrondse delen van de plant worden afgezet.
De rupsen leven als mineerder in blad, stengel of vrucht maar verlaten deze meestal om te verpoppen.

Grotere rupsen worden ook wel eens buiten de mijn/vrucht aangetroffen.
Verpopping kan plaatsvinden zowel in de grond als op het bladoppervlak, in een opgekruld blad of in de mineergang. Wanneer T. absoluta zich niet in de grond verpopt, dan wordt er een cocon gemaakt.
De soort kan overwinteren als eieren, pop of als volwassen exemplaar. De motjes zijn ’s nachts actief en verschuilen zich overdag tussen de bladeren.

De Plantenziektenkundige Dienst (PD) heeft onlangs in één bedrijf in Nederland een eerste vondst gedaan van T. absoluta. Er werden enkele exemplaren van de mineermot op een feromonenval aangetroffen op een tomaten verpakkingsstation in het westen van het land. Het motje is hoogst- waarschijnlijk afkomstig uit een partij Spaanse tomaten die in deze periode verpakt worden in Nederland. De partij of partijen waaruit de motjes tevoorschijn moeten zijn gekomen waren niet meer aanwezig, maar via supermarkten naar de consument gegaan. Het is waarschijnlijk dat de rupsen en vlinders komende jaren ook in kassen worden gevonden.
Dán is het ook mogelijk, dat vlinders zich buiten de kassen begeven en op nachtvlinderlakens komen.
Wees alert en houd ons op de hoogte!

Zie ook:
Informatiefolder Tuta absoluta

Categorie: Overig | Terug naar nieuwsoverzicht | Ouder | Nieuwer


 
 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.