Ectoedemia quinquella nu ook in de duinen gevonden

Gepubliceerd op 14 november 2008 door Erik J. van Nieukerken & Ben van As
 
Ectoedemia quinquella is de eikenmineerder die het laatst in het seizoen nog als larve te vinden is, vaak te vinden in groene eilanden op gevallen bladeren. Deze soort werd pas begin jaren 90 voor het eerst in ons land gevonden, op de Sint Pietersberg bij Maastricht en later ook op de Bemelerberg (Alders & Donner, 1992; Huisman et al., 2001). In het begin van deze eeuw lijkt deze soort zich sterk uit te breiden, en werd ook gevonden in midden Limburg bij Posterholt (mededeling Martin van Stiphout) en het Meinweg gebied (Alders, 2006) en in de Achterhoek bij Winterswijk (Alders, 2006). Martin van Stiphout vond ook mijnen bij de Beekse Bergen in Noord-Brabant.

Tot onze verrassing vond Ben van As op 3 november 2007 in het Voornes Duin (ten noorden van het Breede water) een blad op de grond met een paar dode rupsen die alleen maar aan E. quinquella konden toebehoren zoals op een foto bleek. Om deze vondst te bevestigen ging de eerste auteur samen met Camiel Doorenweerd op zoek op 30 oktober. Tot onze verrassing bleek er in het gebied al een flinke populatie aanwezig. We vonden mijnen op gevallen bladeren van zomereik (Quercus robur), maar ook veel mijnen op een ongelobde cultuurvorm ("salicifolia") van de zomereik die langs het pad groeit. Op 1 november vond de tweede auteur vervolgens nog meer mijnen in gevallen bladeren, ten dele op andere plekken. Het lijkt dat de soort hier pas kort zit: op 29 oktober 1999 heeft de eerste van ons ook op deze boom uitvoerig naar mijnen gezocht, en alleen Ectoedemia subbimaculella gevonden.

Het lijkt er op dat E. quinquella zich uitbreidt als gevolg van klimaatsverandering. Het is een soort met een verspreiding in het mediterrane gebied en langs de Atlantische kusten (Griekenland, Italië, Frankrijk, België, Engeland) (Van Nieukerken, 1985) die wellicht zachte winters nodig heeft.

Het is één van de best herkenbare mijnen op eik: een sterk gekronkelde gangmijn, met de windingen dicht bijeen en vaak wat hoekig, meestal ergens midden in of aan de rand van een blad, met de uitwerpselen in een centrale lijn, later wat dikker wordend en soms de hele mijn vullend; het ei ligt meestal op de onderkant van een blad. Er zitten vaak meer mijnen per blad. De rups is lichtgeel en bij jonge rupsen ligt er op elk segment een donkerbruin rond plakje. Deze plakjes verdwijnen geleidelijk gedurende het laatste stadium (en zijn dan vaak los in de mijn te vinden), waarna men duidelijke de ventrale zenuwstreng met de zenuwknopen kan zien. Op het borststuk is een vierkant donkerbruin tot zwart skleriet te zien.

De mijnen en rupsen van E. quinquella zijn te vinden vanaf eind oktober tot begin december, en het loont zeker de moeite om nu nog naar deze soort uit te kijken. Let vooral op losstaande eiken die door de zon beschenen worden, maar de rups leeft ook in de kroon van meer aaneengesloten eiken en kan dan in gevallen bladeren gevonden worden. In dezelfde bladeren is nu E. subbimaculella de algemeenste soort, op bijgaande figuur zitten beide soorten in één blad. E. subbimaculella maakt een mijn tegen de hoofdnerf of zijnerf, en de mijn heeft aan de onderzijde een karakteristieke opening ("slit") waardoor water de mijn kan verlaten. De rups is witachtig, heeft geen plakjes en een zwarte kop en thorax skleriet .

De vlinder vliegt in juni en juli en is door het kleurpatroon onmiskenbaar.

Literatuur
Alders, K. & J. H. Donner, 1992. Ectoedemia  quinquella, een nieuwe bladmineerder voor Nederland (Lepidoptera: Nepticulidae). - Entomologische Berichten, Amsterdam  52(11): 157-158.
Alders, K., 2006. Ectoedemia quinquella (Lepidoptera: Nepticulidae) in de Achterhoek (provincie Gelderland) gevonden. - Tinea Nederland 1(5-6): 49-50.
Huisman, K. J., J. C. Koster, E. J. van Nieukerken & S. A. Ulenberg, 2001. Nieuwe en interessante Microlepidoptera uit Nederland in het jaar 1999 (Lepidoptera). - Entomologische Berichten, Amsterdam 61(12): 169-199.
Nieukerken, E. J. van, 1985. A taxonomic revision of the western Palaearctic species of the subgenera Zimmermannia Hering and Ectoedemia Busck s. str. (Lepidoptera, Nepticulidae), with notes on their phylogeny. - Tijdschrift voor Entomologie 128(1): 1-164.


Categorie: Faunistiek | Terug naar nieuwsoverzicht | Ouder | Nieuwer


 
 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.