Dwingelderveld oost

Loop je vanuit het noordoosten richting het hart van het gebied, dan kom je er achter dat het echt een eeuwigheid duurt vóórdat je het echte grote open veld van het Nationaal Park bereikt. Het is niet de intentie om dit open veld te bereiken, juist de geïsoleerde vennen en heiden zijn interessant. We komen als eerste aan bij de Meeuwenplas, één van de laatste vliegplaatsen van het veenbesblauwtje. Hierna volgen het Blanke Veen, Groote Veen en Zandveen. Met name het Blanke Veen (rechtsonder in de route) is interessant omdat er erg veel veenpluis groeit: hier heeft het ven zijn naam aan te danken. Veenpluis en wollegrassen zijn onder andere de waardplanten van de wollegrasmineermot (Elachista kilmunella) en de gezaagde zeggemineermot (E. serricornis): targetsoorten.